Terug naar de Startpagina           geneaservice.nl

Bossche Schepenzegels       TU t/m VL

Mogelijk meer details in Taxandria 1906 blz. 44

349. Mr. Frans TOELINCK Gijsbertszn. Hij zag zich tot schepen geroepen in 1501, 1512, 1516, 1520, 1523 en 1526, waarvan hij de twee laatste jaren president was. Van 1505 tot 1508 bekleedt hij het ambt van rentmeester van de stad, en van 1521 tot aan zijn dood in 1526 was hij gasthuismeester. In de schepenstoel werd hij vervangen door Mr. Hendrik Kuysten als president en door Arnold Buys als gasthuismeester. De Lieve-Vrouwe-broederschap telde hem onder haar leden

350. Pieter TOELINCK, schepen in 1514. Hij was een broer Mr. Frans (zie nr. 349), lid der Lieve-Vrouwe-broederschap, en stierf in 1531

351. Mr. Nicolaas van TULDEN. Hij was een zoon van Dirk van Tulden en diens tweede echtgenoote Catharina van Cuyck, en getrouwd met Maria Heymans. Hij zat in de schepenstoel in 1583, 1588, 1589, 1592, 1593, 1596, 1597, 1600, 1601, 1604, 1607 en 1610. In 1583 lid van de Lieve-Vrouwe-broederschap geworden, stierf hij 11 September 1625

352. Mr. Jan van TULDEN, schepen in 1608, 1611 en 1614. Hij was een zoon van Mr. Nicolaas (zie nr. 351) en werd 3 December van laatstgemeld jaar tot pensionaris van de stad benoemd. Hij bekleedde dit ambt in moeilijke jaren voor de stad met veel lof tot 1627, toen hij raadsheer in de Raad van Brabant werd. Het stadsbestuur vereerde hem bij zijn vertrek naar Brussel in November van gemeld jaar een beurs met vijfhonderd gulden en aan zijne vrouw, Catharina van de Water, een stuk fijn lijnwaad ter waarde van honderd gulden. Zijn opvolger als pensionaris was Mr. Jan van den Velde

353. Gerard van UDEN, schepen in 1390 en 1400

354. Marcelis van UDEN. Deze zat in de schepenstoel in 1447 en 1461

355. Engelbert van UDEN, schepen in 1465, 1480, 1487 en 1493. Hïj wordt ook Engelbert Luedinck van Uden genoemd, was lid der Lieve-Vrouwe-broederschap en stierf omstreeks 1505

356. Hendrik Van UDEN Lambertszn., schepen in 1486, 1505, 1509 en 1513. Hïj was kerkmeester van de St. Janskerk, lid van de Lieve-Vrouwe-broederschap en stierf in 1513. Hij werd door,Gerard Colen in de schepenstoel vervangen

357. Mr. Goyaart van VECHEL. Hij was een zoon van Dirk van Vechel en Machtilda van Aerle. Hij zag zich tot de schepenstoel geroepen in 1547, 1548, 1555, 1556, 1559, 1560, 1563 en 1564. In dat laatste jaar was hij president. Hij nam in 1552 het rentmeesterschap van de stad waar voor de tijd van een jaar. Hij stierf als lid der Lieve-Vrouwe-broederschap in 1589

358. Mr. Jan van den VELDE, schepen in 1608, 1612, 1616, 1619, 1620, 1623 en 1627. Hij volgde in laatstgemeld jaar Mr. Jan van Tulden, bij zijn benoeming tot raadsheer in de Raad van Brabant, als stadspensionaris op. Hij was een zoon van de verdienstelijke griffier van de stad, Gijsbert van den Velde en Machtilda Ketelaer. Toen in 1629 de beroemde vesting, na een dappere verdediging van bijna vier en een halve maand, niet langer was te houden zonder gevaar van stormenderhand te worden genomen, benoemde het bestuur op 13 September een commissie om met Prins Frederik Hendrik en de afgevaardigden der Vereenigde Nederlanden over de overgave van de stad te gaan onderhandelen. Deze commissie was samengesteld uit de pensionaris van den Velde, de schepen Mr. Robert van Voorn, de raadsheren Mr. Rogier van Grinsven en Mr. Bartholomeus Loeff van der Sloot en de ambachtsdekens Hendrik Somers en Pieter Huyberts Hengstheuvel. Deze heren, mitsgaders de hoofden van geestelijkheid, ondertekenden de volgende dag het verdrag van overgave der stad. Twee dagen later reisden van den Velde met Jonker Jacob de Cock, Mr. Gerard van Someren en Adriaan van Herlaer naar Brussel, om de aartshertogin Isabella Clara Eugenia van de overgave van de stad verslag te doen. Later werd van den Velde tot raadsheer in de Raad van Brabant te Brussel benoemd. Hij was getrouwd met Sibilla Raessen, dochter van Raso en Catharina Beyens. Zij overleed 1 Januari 1631 en werd in de St. Janskerk begraven. Hij bereikte de leeftijd van 65 jaren, stierf 7 Augustus 1644 en kreeg zijn laatste rustplaats in de St. Gudulakerk te Brussel

359. Jan van den VEN Janszn., schepen in 1622 en 1626

360. Arnold van VLADERACKEN, schepen in 1302. Men vindt in 1292 een schepen van deze naam vermeld. Vrij waarschijnlijk zijn beide schepenen een en dezelfde persoon


Vorige      Volgende

Terug naar de Startpagina
© R.Kuijsten 2002