145. Martinus van ELMPT, schepen in 1500. Met Wouter Bolcx nam hij van October 1495 tot die maand van het volgende jaar het rentmeesterschap van de stad waar. Hij was ook rentmeester van het. St. Claraklooster. Bij een getuigenverhoor voor de schepenbank op 20 Juli 1501, aangaande het recht van ingebod der stad te Ravenstein, Megen, Herpen, Uden enz., verklaart van Elmpt omstreeks 55 jaar oud te zijn. Hij stierf als lid der Lieve-Vrouwe-broederschap in 1518

146. Hendrik van (van der) ELSVOIRT Bartholomeuszn., tot de schepenstoel benoemd in 1598

147. Leonus van ERP, schepen in 1343. Hij was lid van de Lieve-Vrouwe broederschap en stierf volgens haar obituarium in 1347

148. Walraven van ERP, schepen in 1369 en 1379

149. Leonus van ERP, schepen in 1410

150. Jan van ERP, Leonuszn. Hij was door de echt verbonden aan Christina Dickbier Willemsdr. en werd in 1428 tot de schepenstoel geroepen

151. Rutger van ERP, schepen in 1495. Bij het getuigenverhoor in 1501 onder no. 145 vermeld, verklaart hij omstreeks 62 jaar oud te zijn

152. Lucas van ERP Hendrikszn., tot schepen benoemd in de jaren 1491, 1494, 1503, 1507 en 1511. In November 1503 werd hij met Mr. Hendrik Kuysten vanwege de stad afgevaardigd naar Keulen, om hertog Philips bij zijn komst aldaar na diens terugkeer uit Spanje, met de afgevaardigden der andere steden, prelaten en edelen van Brabant, te begroeten. Hij trouwde Maria, dochter van Jan van der Aa, heer van Zegenwerp, en Maria Pelss, weduwe van Herman Coenen Christiaanszn., die in 1488 was overleden. Hij was kapitein der schutterij van de Ouden Voetboog en zwanenbroeder der Lieve-Vrouwe-broederschap

153. Jan van ERP, schepen in 1504, 1512, 1518, 1519 en 1523. In Augustus 1529 volgde hij Mr. Hendrik Kuysten als heilige geestmeester op en werd op zijn beurt in 1536 vervangen door Mr. Jan van der Stegen

154. Jan van ERP, gezegd van Beerse. Na van 1513 tot 1515 het hoogschoutschap der stad en meyerij bekleed te hebben, werd hij in October van dat laatste jaar tot de schepenstoel geroepen. Hoewel een geboren Brabander, doch geen Bosschenaar zijnde, kon hij, volgens het privilegie van hertog Jan III, gegeven op St. Lambertusdag (17 September) 1336, geen zitting nemen. De kwestie schijnt later tot genoegen van het bestuur geschikt, aangezien van Erp nog vijfmaal, namelijk in de jaren 1526, 1527, 1530, 1531 en 1534 tot schepen is benoemd, zonder dat men van een protest daartegen vindt melding gemaakt

155. Jan van ERP Lucaszn., schepen in 1517. Hij was een zoon van de onder no. 152 vermelde, zwanenbroeder van de Lieve-Vrouwe-broederschap en kwam 2 November 1557 te sterven. Hij is door den echt verbonden geweest eerst aan Maria de Haze, later aan Anna van Wijck

156. Willem van ERP, schepen in l531, 1585 en 1586. Tegen zijn toelating tot de schepenstoel bestond het groot bezwaar, dat hij behalve geen poorter, zelfs geen Brabander was, daar hij te Amersfoort het levenslicht gezien had. Aan deze zaak schijnt evenwel weer een mouw gepast, als blijkt uit zijn latere benoemingen. Hij trouwde Margaretha, dochter van Gosewijn van Brecht, ridder en Geertruida van Boekhoven, welke na zijn afsterven hertrouwde met Maasimiliaan Lubbert van Brederode. Deze van Erpen behoorden tot het bekende adelijk geslacht van die naam, dat van de 13e tot begin 17e eeuw door verscheidene leden in het bestuur der stad vertegenwoordigd is geweest