Terug naar de Startpagina           geneaservice.nl

Bossche Schepenzegels       PIJ t/m RO

Mogelijk meer details in Taxandria 1904 blz. 96

289. Tieleman PIJCKENET, schepen in 1461 en 1463

290. Willem PIJNAPPEL. Hij heeft meer dan dertig jaar deel van het stadsbestuur uitgemaakt. Hij zat in de schepenstoel in 1518, 1527, 1528, 1532, 1533, 1536, 1540, 1545 en 1548. Op 5 November 1540 reisde hij met de secretaris Goyaart Grotaert van Os en Jan van Strijp naar den Haag, om aldaar met de afgevaardigden der steden van Holland te spreken over de misbruiken die bij het verstapelen van vee te Dordrecht plaats grepen en over de middelen hierin verbetering te brengen

291. Jan PIJNAPPEL Jansz. Hij was rentmeester van de stad van 1526 tot 1529, zag zich in 1531 tot schepen benoemd, bekleedde vervolgens weer eerstgemelde bediening van 1544 tot 1547, en kwam in 1551 andermaal in de schepenstoel. Hij maakte zich met Mr. Hendrik Kuysten Gerardszn. in 1534 verdienstelijk als "graefmeesters en prefecten" bij het leiden van de rivier de Aa door de stad, welk werk men met de volgende merkwaardige woorden vindt aangeteekend : "Mr. Henrick Kuyst(en) ende Jan Pijnappel als graefmeester ende prefecten over die grevers ende twerck van den graven, omme die Aa bynnen deser stadt, soe dat van grooten noede is, te leyden, want het waer groete versumenisse ende verachtinge des natuerlicx goets thgeene dat onse Heer God aelmechtich ende de natuere deser plaetse, daer dese stat mijsselijck gefundeert is, gegeven heeft van rivieren ende wateren, wesende een principael behoeft ende voordeel van steden, dairaff die bourgeren groet berieff, seer gevordert ende verblijt worden, van loepende rivieren om die te gebruyken ende alle onreynicheyt te purgeren, bij negligentiën te laeten vergaen ofte elders te laeten verloepen, tot welcken werck, ende dat soe goet ende beter dan men gemeint hadde, voer die gansse stadt gevallen is, die voirs. Mr. Henrick (Kuysten) ende Jan Pijnappel den meye ende geheelen soemer duerende groote diligentiën dach bij dach, vroech ende spaede, sonder ophouden gedaen hebben tot bamisse (1 October) toe, geen arbeid spaerende", waarvoor zij ieder een beloning van 25 Philippus-guldens ontvingen. Pijnappel was gehuwd met Elisabeth Zegers Jansdr., die 3 Januari 1563 kwam te overlijden. Hij verwisselde het tijdelijke met het eeuwige 21 April 1570. Beiden werden in de St. Janskerk begraven

292. Jan PIJNAPPEL Willemszn., schepen in 1541. Hij ging 19 Februari 1556 met Mr. Goyaart Lombaerts van Enckevoirt, gezworen, Hubert van Loon, raadsheer, Jacob Janssen, ambachtdeken en Mr. Goyaart van Empel van wege de stad naar de heer van Brederode te Vianen, om kennis te nemen van diens plan tot het maken eener vaart, ten einde een korter waterweg te vinden naar Amsterdam dan over of beneden Dordrecht. Zij troffen de heer van Brederode niet te huis, waarom hij later zijn plan aan het bestuur deed toekomen, dat 24 Augustus andermaal een commissie naar Vianen zond, om deze zaak te bespreken. Tijdens de godsdiensttroebelen van 1567 leende Pijnappel 520 gulden aan de stad, ter betaling van het aangenomen krijgsvolk

293. Gosewijn PIJNAPPEL. Hij zat in 1556, 1559 en 1562 in de schepenstoel, was stadhouder van de hoogschout en kapitein van de handboogschutters. Bij zijn verhoor voor de commissarissen belast met het onderzoek naar de godsdiensttroebelen binnen de stad in 1566 en 1567 voorgevallen, verklaart Pijnappel 14 Mei 1567 zes en veertig jaren oud te zijn. Hij stierf in 1590. Zijn opvolger als stadhouder van den hoogschout was de notaris Mr. Willem van den Bosch

294. Wouter PIJNAPPEL, schepen in 1581

295. Hendrik RAET, schepen in 1385

296. Raas RAESSEN. Deze was doctor in de medicijnen en kwam in de schepenstoel in 1494, 1497, 1502, 1506, 1510, 1514 eu 1518. De drie laatste jaren was hij president. Ter afdoening van het geschil gerezen tussen de stad en haar meyerij over de betaling van ieders aandeel van de oorlogskosten tegen Gelderland over het tijdvak van 1 October 1508 tot 1 Juni 1510 werden van weerszijden drie scheidslieden gekozen, "omme die aude vrientscappe te onderhouden ende alle differenten, tweedracht ende discort, die daer uyt met gedinghen ende andersins hadde moighen spruyten ende groyen, te schouwen ende nedergeleeght te sijn." Doctor Raas Raessen met jonker Mr. Jan van Vladeracken, heer van Geffen en Jan Keneparts werden door de afgevaardigden der meyerij voor haar scheidslieden benoemd, terwijl jonker Gosewijn van Brecht, Jordaan van Boert en Willem Moels de belangen der stad behartigden. Deze mannen kwamen 11 Juli 1510 overeen, dat de meyerij voor haar aandeel 2500 rijnsguldens in de oorlogskosten zou bijdragen. Op 21 September 1514 reisde Raessen met jonker Jan de Cock, schepen en Mr. Nicolaas Kuysten secretaris, naar den Haag, om aldaar te spreken met de heren van de rekenkamer over de klachten van de Bossche poorters betreffende de tollen. Raessen was lid van de Lieve-Vrouwe-broederschap. Na ruim dertig jaar deel aan het stedelijk bestuur genomen te hebben, verwisselde hij het tijdelijke met het eeuwige in 1528

297. Mr. Paulus RAESSEN, schepen in 1539, 1548, 1549 en 1553

298. Jonker Jan van RAVESCHOT, heer van Capelle en Groot-Waspik, schepen in 1521 en 1544. Hij was een zoon van Adriaan, heer van Capelle, Groot-Waspik, s Gravemoer, Raamsdonk en Coppen-ambacht, en Aleida van den Velde Jansdr. Volgens Taxandria VII, blz. 14, stierf jonker Adriaan in 1499 en werd zijn zoon Jan 10 Augustus 1501 geboren ?!? Dit laatste jaar moet bepaald foutief zijn, daar men de leeftijd 25 jaar bereikt moest hebben voor men in de schepenstoel mocht plaats nemen. Jonker Jan moet dus in of vóór 1496 het levenslicht gezien hebben. (dat was rond 1901, heeft iemand anno 2002 de juiste geboorte datum?, Rob) Deze huwde met Agnes van Eyndhouts, dochter van jonker Arnold en Sophia van Bruheze. Hij kocht van Nicolaas van Beeck het kasteel de Grote Ruwenberg onder St. Michiels-Gestel, waarmede hij 23 Maart 1527 beleend werd. Hij stierf 2 September 1552

299. Jonker Mr. Willem van REYS, schepen in 1582, 1586 en 1587. Toen Mr. Roelof Loockemans in 1588 ontslag als pensionaris nam, besloot het bestuur, omdat de werkzaamheden voor een persoon te druk waren geworden, twee van deze functionarissen te benoemen. Mr. Willem van Reys en Mr. Hendrik van Broeckhoven zagen zich dit belangrijk ambt toevertrouwd, dat van Reye tot aan de overgang van de stad aan de Vereenigde Nederlanden in 1629 - dus een en veertig jaren - met eere bekleed heeft. De Staten verzochten van Reys in zijn ambt te blijven, welk eervol aanzoek hij echter afwees vanwege zijn hoge leeftijd. Vanwege de stad was van Reys met de president-schepen Arnold van Breugel en den schepen Mr. Gijsbert van der Stegen 15 Augustus 1598 te Brussel tegenwoordig bij de inhuldiging van aartshertog Albertus van Oostenrijk in naam zijner aanstaande bruid Isabella Clara Eugenia van Spanje. van Breugel vertegenwoordigde hij 24 November van het volgenden jaar de stad bij de inhuldiging van de aartshertogen Albertus en Isabella te Leuven. Wegens belangrijke diensten, zowel aan de aartshertogen als aan de Bossche regering bewezen, vooral tijdens de mislukte belegering van de stad door prins Maurits in 1601, werd van Reys met Hendrik van Gestel Franszn., president-schepen, sergeant-majoor of wachtmeester van de stad en kapitein van de schutterij der kloveniers, door Albertus en Isabella, bij brieven gegeven te Nieuwpoort 29 Januari 1602, in de adelstand verheven *. Beiden ontvingen bovendien een gouden ereketen van drie honderd gulden waarde. Van Reys was lid van de Lieve-Vrouwe-broederschap en stierf in 1632. (* Het wapen van van Reys wordt vastgesteld als: van goud met een zwarte keper, vergezeld van drie groene eikels met de stelen omlaag, 2 in het schildhoofd en 1 in de schildpunt. De drie balken in de schildvoet, die men op het zegel ziet, komen dus in dit wapen niet meer voor!!)

300. Adam ROEMPOT. Jonker Arnold van Campen als schepen in 1492 overleden. Roempot kwam in zijn plaats. Hetzelfde jaar volgde hij Jacob de Wael als gasthuismeester op, doch droeg dit ambt reeds het volgende jaar aan Jan van Hedel over


Vorige      Volgende

Terug naar de Startpagina
© R.Kuijsten 2002